Cineblend: 25 jaar Beeld voor Beeld. Who Needs Visual Anthropology??

Beeld voor Beeld 2015 zit er alweer op. De jubileumeditie werd afgesloten met een discussie in samenwerking met Cineblend, rondom het thema ‘Who Needs Visual Anthropology??’. Een internationaal panel van uiteindelijk 9 visueel antropologen (de 10de, Frode Storaas, was afwezig) gaf in de Tolhuistuin zijn visie op het verleden, heden en de toekomst van visuele antropologie.

‘Showing’ versus ‘telling’

Dirk Nijland is aanwezig als één van de grondleggers van visuele antropologie in Nederland. Voor hem betekent visuele antropologie het vastleggen van een realiteit. De beelden van zijn documentaire over een Tobelo-huwelijksceremonie zijn duidelijk visueel antropologisch in de traditionele zin. We zien lange shots van de bezigheden van de bevolking, zonder toegevoegde achtergrondmuziek of heavy editing.

Nijland’s oud-studente Sanderien Verstappen kiest voor een andere aanpak. In haar documentaire over jonge Indiase migranten die naar Londen vertrekken (gemaakt in samenwerking met Mario Rutten) heeft zij juist gekozen voor het vertellen van een verhaal via associatieve beelden, heavy editing en achtergrondmuziek. Door een interpretatie te verwerken in de film zelf, in plaats van uitsluitend in begeleidende academisch teksten, wil Verstappen antropologische films toegankelijk maken voor een groter publiek.

Haar verhalende benadering verschilt niet alleen van de benadering van Nijland, maar ook van de visie van Steef Meyknecht. Hij benadrukt, net als Nijland, dat een verhaallijn zichzelf behoort te ontwikkelen en niet gefabriceerd zou moeten worden door de antropoloog via editing. Ook Metje Postma is, naar eigen zeggen, meer gefocust op het proces dan op het eindproduct. Postma’s doel is niet om een bepaald verhaal te vertellen, omdat dit verhaal er volgens haar simpelweg niet is: “There is no common narrative. Lives are very complicated, people already have difficulties to make sense of that themselves and I can’t make sense of that fór them.”

Deze discussie rondom het al dan niet vertellen van een verhaal roept de vraag op: in hoeverre kun je de filminterpretatie van je publiek sturen? Veel panelleden stellen dat er in dit opzicht weinig verschil is tussen de interpretatie van een film en een tekst. “We see what we have learned to see,” benadrukt Cristina Grasseni. Ook Luc Schaedler vat de subjectiviteit van interpretatie mooi samen: “It is always about understanding and never about seeing.” Verstappen weet uit ervaring dat verschillende soorten publiek totaal verschillend kunnen reageren op dezelfde film. De uiteindelijke interpretatie van een film ligt dus hoe dan ook bij de kijker.

 ‘Film can produce knowledge differently’

Volgens alle panelleden levert visuele antropologie een wezenlijke bijdrage aan de antropologische discipline. Laurent van Lancker stelt bijvoorbeeld dat visuele antropologie beter lived experiences kan overbrengen dan geschreven teksten. “Film can produce knowledge differently,” beweert hij. In Joshua Cogan’s opinie is visuele antropologie in het bijzonder geschikt voor het overbengen van sensory experiences: “There are concepts in other cultures that can’t be translated, like saudades in Brazil. Film offers a way to convey these concepts.” Voor Grasseni biedt visuele antropologie daarnaast een manier om multi-authorship te creëren. In haar documentaire over St. Anthony’s Feast in Boston gebruikte zij grotendeels filmfragmenten gevonden op social media-kanalen. Meyer benadrukt tot slot dat visuele antropologie in het bijzonder geschikt is voor het bereiken van een breder publiek.

Zitten er ook grenzen aan visuele antropologie? “In my opinion, there’s no topic that can’t be approached with a camera,” stelt Ildikó Plájás. De meeste panelleden zijn het daarmee eens. Cogan nuanceert dat er wel onderwerpen zijn die zich meer lenen voor een tekstuele beschrijving dan voor een visuele beschrijving. Echter, uiteindelijk lijken de grenzen van visuele antropologie zich niet zozeer binnen de tak zelf te bevinden, maar meer binnen de academische benadering en waardering van visuele antropologie.

‘Film should be accepted at as a way to create meaning’

Want, zoals Schaedler stelt: “Visual anthropology is often still judged mainly by the accompanying written text. It shouldn’t be that way. Film should be accepted at the very same level as written text. It should be accepted as a way to create meaning.” De andere panelleden zijn het hiermee eens, al nuanceert Verstappen dat het volledig verbannen van geschreven tekst uit de visuele antropologie wel heel radicaal zou zijn en niet bevorderlijk voor de eenheid van de antropologische discipline.

De volledige academische erkenning van beelden vormt een uitdaging voor de academische wereld, die van oudsher sterk gefocust is op geschreven materiaal. Meyer merkt op dat deze visie niet alleen is voorbehouden aan academici, maar min of meer is ingebed in onze cultuur: “From primary school we’ve been taught to read and write, but we never learned how to look at film. We should also learn how we can ‘read’ film.”

Verandering lijkt op komst. De groeiende aandacht voor visuele antropologie, die onder andere zichtbaar is in de toename van universitaire vakken en opleidingen in deze richting, duidt op een groeiende academische erkenning. Het doel van Beeld voor Beeld is volgens directeur Eddy Appels om visuele antropologie een groter draagvlak te geven. Ik ben nu al benieuwd naar de ontwikkelingen van de komende 25 jaar.