Foto gemaakt door Alexandra Buma
Alexandra Hopperus Buma onderzocht voor haar bachelorscriptie de ‘gendered use of ICT’ onder ICT entrepreneurs in Kampala. Zij studeert Culturele Antropologie & Ontwikkelingssociologie aan de Universiteit van Utrecht. In deze ‘Uit het veld’ legt zij uit hoe vrouwelijke ICT entrepreneurs in de Oegandese hoofdstad gebruik maken van de verschillende vormen van ICT en focust zich hierbij op de genderverschillen en stereotyperingen rondom dit gebruik.

Cultureel bepaalde genderverschillen in de toegang tot Information and Communication Technologies (ICT) in verschillende Afrikaanse landen zijn vanuit antropologisch perspectief veelbesproken. Echter, over het verschil in gebruik van ICT tussen mannen en vrouwen (gendered use of ICT) en de daarbij behorende stereotyperingen is in deze context nog weinig bekend. Daarom heb ik bekeken hoe gender tot uiting komt in ideeën en praktijken omtrent het gebruik van ICT. Mijn doelgroep bestond uit vrouwelijke ICT entrepreneurs in Kampala. Veel van deze ondernemende vrouwen zijn werkzaam bij een NGO of bedrijf met een focus op ICT en houden zich daarbinnen voornamelijk bezig met communicatie en marketing. Anderen werken zelfstandig, bijvoorbeeld als blogster, of gebruiken hun telefoon voor de verkoop van hun handgemaakte producten.


Invloed van ICT op sociaal en economisch gebied
Onder de door mij gebruikte definitie van ICT vallen telefoons, laptops, computers en tablets. De toegang tot één of meerdere van deze apparaten biedt mijn participanten kans op ontwikkeling op zowel sociaal als economisch gebied. Dit wordt door een professor in de Geografie Tim Unwin ook wel ICT4Development (ICT4D) genoemd. Het vormen en onderhouden van netwerken op platforms als Facebook en Whatsapp creëert voor mijn doelgroep behalve sociale ook economische mogelijkheden. Zo sprak ik onder andere een groep vrouwen die Whatsapp gebruikt om foto’s van eigengemaakte producten in (groep)chats te delen om zo hun markt te vergroten. Naast het gebruik van deze populaire social media zijn ook apps als Uber of SafeBoda (Boda Boda’s zijn Oegandese motortaxi’s) een goed voorbeeld van ICT4D. Zo verschaft het gebruik van deze apps hen als passagier sociale mobiliteit. Zouden zij deze apps ook als bestuurder van het voertuig gebruiken dan vergroot dit ook hun economische mobiliteit. Echter, ben ik in drie maanden in Kampala geen enkele vrouwelijke chauffeur tegenkomen. Een overduidelijk genderverschil.

Bovendien is ICT op dit moment een van de belangrijkste tools voor het versimpelen van toegang tot en het vergroten van kennis, en daarmee het Oegandese educatieniveau. Zoals de bij een NGO werkzame Doreen mij vertelde over het belang van het internet: “You just search and see what doctor Google says”. Ook de mogelijkheid tot het volgen van online vakken en cursussen vergroot de toegang tot kennis omdat men niet langer vastzit aan een fysieke locatie. Eén van de vrouwelijke ICT entrepreneurs vertelde mij in een interview zelfs dat ze een master gevolgd heeft in Azië zonder hier ook maar één keer geweest te zijn.

Behalve deze veranderingen op het gebied van educatie heeft ook de komst van mobile banking, “Mobile Money”, gezorgd voor een grote ontwikkeling op nationaal niveau. Het hebben van een eigen bankrekening is niet langer nodig voor het maken van transacties. Ook voor mijn participanten betekent dit dat hun telefoon als het ware als een digitale bankpas fungeert. Zij kopen er data van om op elk moment van de dag online te kunnen zijn, of betalen er hun energierekeningen mee.


Vrouwen versus mannen
Ook mijn onderzochte doelgroep ondervindt gevolgen van bovengenoemde ontwikkelingen. Deze gaan gepaard met een flink aantal genderverschillen en –stereotyperingen, zoals die over mobiel bankieren. Zo geeft een meerderheid aan te denken dat vrouwen voornamelijk ontvangers van het mobiele geld zijn terwijl mannen vooral geld versturen. De meest genoemde verklaring hiervoor is de mindset dat mannen voor het hoofdinkomen van een gezin dienen te zorgen en hierdoor het grote geld bezitten.

Een ander veelgehoord voorbeeld is dat volgens mijn participanten mannen zelfverzekerder zijn over hun kennis met betrekking tot ICT. Dit zou onder andere de oorzaak zijn van het feit dat vrouwen sneller naar een man toe komen met een vraag over hun laptop of telefoon. Daarnaast zijn volgens ICT entrepreneur Lydiah mannen trotser dan vrouwen, met tot gevolg dat zij een probleem eerder zelf proberen op te lossen dan dat zij om hulp vragen. Als het gaat om de keuze van het model baseert de man deze op de combinatie van zowel zijn kennis over de functies van het apparaat als het statussymbool dat deze vertegenwoordigt. Daarom geeft de man over het algemeen meer geld uit aan zijn ICT gadget. Hij loopt graag in het openbaar rond met zijn gadgets, dit toont volgens hem zijn hogere economische status. De vrouw vindt bij de aankoop vooral het uiterlijk van het apparaat belangrijk. Zolang het “doet wat het moet doen”, zijn de functies minder belangrijk. Ze koopt voor het zelfde geld liever een net iets minder goede telefoon én een nieuw paar schoenen. Voor haar hangt de keuze om wel of niet in het openbaar rond te lopen met een gadget vooral af van haar veiligheid. Zo zal zij minder snel met oordopjes in over straat te lopen, omdat dit meteen gelinkt kan worden aan het bezit van een duur apparaat. Zij voelt zich als vrouw kwetsbaarder en is daarom bang om sneller overvallen te worden.

Waar de vorige voorbeelden gaan over kennis en status, zijn er ook veel stereotyperingen terug te vinden omtrent het gebruik van social media. Zo zouden vrouwen actiever zijn en delen zij vaker foto’s van hun dagelijks leven online. Voornamelijk het gebruik van Instagram wordt als iets vrouwelijks gezien. Daarom beschouwt de vrouw zichzelf als meer open naar de buitenwereld. Voor veel vrouwen is dit ook de reden dat zij sneller een baan hebben binnen de ICT wereld die gerelateerd is aan communicatie of marketing. De meer technische banen zoals app-ontwikkelaar, worden als meer mannelijk gezien.

Een van de meest verbazingwekkende observaties die ik heb gedaan is de volgende: zodra de Oegandese vrouw getrouwd is, krijgt zij bepaalde restricties opgelegd door haar man omtrent het gebruik van social media. Dit komt volgens de ICT entrepreneurs voort uit de traditionele genderverhoudingen die gebaseerd zijn op een patriarchale samenleving. De man verdient het geld en zij zorgt voor de kinderen, de was en het eten. Volgens al mijn vrouwelijke participanten zijn deze restricties het gevolg van een angst van de man voor het vreemdgaan van de vrouw naar aanleiding van haar openheid op social media. Ondanks het feit dat mij dit in een meer rurale setting minder had verbaasd, is het verrassend hoe meer dan de helft van mijn participanten aangeeft dit ook in de hoofdstad nog mee te maken.

Na drie maanden in Kampala gewoond te hebben, begrijp ik het met telefoons overspoelde straatbeeld in het ontwikkelingsland een stuk beter. In de praktijk maakt de vrouwelijke ICT entrepreneur volledig gebruik van de mogelijkheden die ICT haar biedt. ICT helpt haar haar netwerk uit te breiden, haar producten te verkopen en creëert zelfs de mogelijkheid te betalen met haar telefoon. De heersende ideeën omtrent mobiel bankieren, kennis en status, het beschouwen van de vrouw als sociaal wezen en het haar opleggen van restricties omtrent haar social media gebruik, zijn allen voorbeelden van genderverschillen en stereotyperingen onder vrouwelijke ICT entrepreneurs in Kampala. Deze ontstaan en worden versterkt door de gendered use of ICT.

Naast deze genderverschillen en stereotyperingen focus ik mij in mijn onderzoek nog veel meer op bovengenoemde ontwikkelingen omtrent sociale en economische mobiliteit. Na drie maanden in Kampala gewoond te hebben hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan de huidige beschikbare literatuur omtrent de gendered use of ICT vanuit een unieke antropologische invalshoek.