Door: Maaike Wentink
Traangas, rubber kogels, verfkogels en opgejaagd worden door voertuigen met waterkanonnen (toma’s). Het was voor mij allemaal nieuw en al helemaal niet de setting die ik had verwacht toen ik in april 2013 begon aan mijn veldwerk in Istanbul, Turkije.
Als onderdeel van de Master Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie heb ik in het voorjaar en de zomer van 2013 ruim drie maanden onderzoek gedaan naar stadsvernieuwingsprojecten in Istanbul. Mijn onderzoek begon in Tophane, een wijk in het toeristisch district Beyoğlu in de Europese helft van Istanbul. Deze wijk kenmerkt zich door de vele (Anatolisch-Turkse) migranten en is een relatief conservatieve wijk waar een ‘ons kent ons’ mentaliteit heerst. Toeristen in deze wijk worden gedoogd omdat veel bewoners financieel profiteren van toerisme, maar overige buitenstaanders worden zoveel mogelijk uit de wijk geweerd.
Door geplande stadsvernieuwingsprojecten en de vestiging van het Istanbul Modern Museum (moderne kunst) in de wijk ruim tien jaar geleden, is dit stedelijke gebied onderhevig aan grootschalige sociale en culturele veranderingen. Als gevolg van urbane ontwikkeling, wat veelal samengaat met stijgende huurprijzen, zijn gentrificatie en huisuitzetting een groot risico voor de bewoners in Tophane, maar ook in andere delen in de stad.
Toen eind maart 2013 protesten uitbraken op het Taksim Plein en in Gezi Park, werd op een dramatische manier duidelijk hoe groot de impact is van stadsvernieuwingsprojecten op het sociale en culturele leven in Istanbul, en dat dit niet alleen een probleem in Tophane is. Uiteraard moet gezegd worden dat de protesten van die zomer niet uitsluitend om urbane ontwikkeling gingen maar in toenemende mate uitgroeiden als symbool van politieke en maatschappelijke ontevredenheid.
In eerste instantie vlamden demonstraties op het Taksim Plein op vanwege het zogenoemde ‘Taksim Pedestrian Project’. Dit project houdt in dat al het verkeer rondom Taksim in de toekomst ondergronds zou moeten lopen, waarbij Taksim een voetgangersgebied wordt. En het aangrenzende Gezi Park zou ruimte moeten maken voor de wederopbouw van de Osmaanse Militaire barakken waarvan de restanten nu onder Gezi Park liggen.
De hernieuwde Millitaire Barakken zouden dienst gaan doen als een winkelcentrum of museum. Het Atatürk Cultureel Centrum, grenzend aan het Taksim Plein, zou worden gesloopt en een moskee gebouwd. Gezi Park en het Atatürk Cultureel Centrum worden door veel inwoners van Istanbul als symbool van de seculiere republiek en Atatürk gezien en hierdoor was de geplande sloop ervan, aanleiding voor massale protesten op Taksim Plein.
Tijdens de protesten heb ik interviews gehouden met verschillende (groepen) activisten op Taksim Plein en Gezi Park en bevond ik mij regelmatig te midden van politie-interventies. Tijdens de interventies veranderde binnen enkele seconden een vreedzaam protest in een soort oorlogssetting waarbij er op Taksim en omringende straten veel traangas werd gebruikt. Ook schoot de politie met rubber- en verfkogels op mensen die niet snel genoeg weggingen. Op de meest onverwachte momenten werden toma’s ingezet om groepen mensen uiteen te drijven, soms ook als het slechts winkelend publiek betrof.
Deze gebeurtenissen maakten dat mijn veldwerk anders verliep dan ik mij aanvankelijk had voorgesteld. Ik heb echter geen moment overwogen mijn onderzoek af te breken, ondanks alle heftige momenten. Ik werd mij juist meer bewust van het belang van mijn onderzoek en raakte gedreven om Istanbul’s verhaal op te schrijven. Van de intensiteit van alles wat ik had meegemaakt werd ik mij pas bewust toen ik terugkwam in Nederland.
Gedurende mijn veldwerk voelde ik mij een inwoner van Istanbul en ging ik mee in het ritme van de dag, een ritme waar protesten en politiegeweld bij hoorden. De foto* die ik heb gemaakt op 29 juni 2013 op Taksim symboliseert voor mij dit ritme. Je ziet een klein meisje duiven vangen terwijl op de achtergrond een toma zich opstelt voor een interventie. Een tegenstrijdig beeld dat laat zien hoe tussen de protesten en interventies het normale leven doorgaat.
Afbeeldingen: Maaike Wentink
Voor haar Masteronderzoek in Istanbul kreeg Maaike Wentink een Fellowship bij het Nederlands Instituut in Istanbul. In de zomer van 2014 heeft Maaike haar Master afgerond met een scriptie getiteld: ‘Voices in the city, Urban renewal projects in Istanbul: A locus of contestations and demonstrations.’ Momenteel is zij bezig met het leren van de Turkse taal in Istanbul en op zoek naar mogelijkheden om haar interesse in Turkije professioneel tot uiting te laten komen.