Het Beeld voor Beeld Festival viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum. Met maar liefst 29 films is het programma groter dan ooit. De afsluiting op zondag is nu al zo populair dat festivaldirecteur Eddy Appels grapt dat hij, tegen zijn gewoonte in, adviseert om vooral niet te komen. Hiermee illustreert deze editie een bredere ontwikkeling: visuele antropologie wordt steeds populairder in Nederland. Omdat 2015 is uitgeroepen tot het Jaar van de Mijnen besteedt Beeld voor Beeld dit jaar extra aandacht aan de (in Nederland verdwenen) mijncultuur. De prijswinnende openingsdocumentaire ‘Tomorrow We Disappear’ (Jim Goldblum, Adam Weber, 2014) speelt zich weliswaar af in een heel andere setting, maar vertegenwoordigt eenzelfde soort thema: tradities die vergeten dreigen te worden.

Een sprookje. Dat is waar de beelden van de Kathputli-kolonie aan doen denken. Deze laatste artiestenkolonie van India leeft tevreden in een kleurrijke sloppenwijk te midden van de chaos die Delhi heet. Geld is van ondergeschikt belang. Gelukkig zijn, dat is waar het leven om draait. Meer dan 1500 acrobaten-, goochelaar- en poppenspelerfamilies leven zij aan zij en hun tradities worden overgedragen van ouder op kind. Plezier en trots spat van hun gezichten. “Dit is niet zomaar een sloppenwijk,” zeggen ze. “Velen van ons hebben internationale optredens verzorgd.” Poppenspeler Puran Bhatt mocht zelfs een Akademi Award in ontvangst nemen van de Indiase president. De Kathputli-kolonie is de last one standing en wil dit graag zo houden.

Maar er dreigt onheil. Ontwikkelaar Raheja Developers heeft het land gekocht en wil de grond gebruiken voor de realisatie van Delhi’s eerste wolkenkrabber. De bewoners zullen worden overgeplaatst naar opvanghuizen op een ander terrein. Dit veroorzaakt frictie binnen de hechte gemeenschap.

De goedlachse jeugdvrienden Puran Bhatt en Rahman Shah volgen twee verschillende paden. Waar Rahman de dreigende realiteit zoveel mogelijk probeert te negeren, springt Puran op de bres om de kolonie te redden. Hij is aanwezig bij alle bijeenkomsten, bedenkt alternatieve woonmogelijkheden en organiseert uit protest een grootste artiestenparade. Derde protagonist Maya Pawar, een jonge acrobate, belichaamt een ander perspectief. Flexibel qua zowel lichaam als geest benadrukt zij dat de wereld nu eenmaal snel verandert. Volgens haar is het belangrijk om mee te veranderen. Kolonieburgemeester Bilit probeert ondertussen alle Kathputli-bewoners tevreden te houden. Omdat een meerderheid uiteindelijk vóór de relocatie is, besluit hij tegen zijn zin de overeenkomst met Raheja te tekenen.

Wanneer de huizen klaar zijn, blijken ze niet naar ieders zin. “Hier zou je kippen houden, geen mensen,” schertst Puran. De troosteloos kleine, identieke woningen passen in geen enkel opzicht bij het dynamische en kleurrijke artiestengezelschap. In beelden van een nieuwsuitzending uit 2014 zien we hoe een massa inwoners, veelal uitgedost in artiestenkostuums, een aantal bulldozers probeert tegen te houden. Hun aanhoudende verzet blijft natuurlijk niet onbeantwoord. Producent Joshua Cogan, die net is teruggekeerd uit Kathputli en te gast is op de Beeld voor Beeld-openingsavond, vertelt in het nagesprek hoe burgemeester Bilit recentelijk met knuppels onder handen is genomen door de politie.

In het bijna anderhalf uur durende visuele spektakel passeert een keur aan thema’s de revue: identiteit (“Zijn wij arme mensen of zijn wij artiesten?”), authenticiteit, mondialisering, de problematiek van bottom-down ontwikkeling (“Jullie zouden blij moeten zijn,” aldus de vertegenwoordigster van Raheja met een niet-begrijpende blik) en, niet te vergeten, de verplaatsing van tradities naar een steriele omgeving. In 2013 struint Puran over een grote Indiase culturele tentoonstelling in Delhi. Met een nostalgische blik in zijn ogen bewondert hij de traditionele gebouwen. Liefkozend strijkt hij langs een gedecoreerde deur en vertelt hij hoe hij zelf altijd zijn muren versterkte met modder en mest. Als hij even op een muurtje wil gaan zitten, wordt hij tegengehouden door de suppoost. Het muurtje zou te breekbaar zijn.

‘Tomorrow We Disappear’ doet mij qua thematiek, dromerige beelden, muziekscore en wijze voice-overs denken aan ‘Beasts of the Southern Wild’, een fictiefilm over outcasts in Louisiana die ‘hun’ moeras moeten verlaten en zich uit alle macht verzetten tegen deze uitzetting. Het verhaal van David versus Goliath is dan ook al op vele manieren verteld, maar deze stilistische documentaire is een krachtige toevoeging aan dit genre. Hier en daar valt de film wel in herhaling. Toch laat deze keuze van de makers ook een duidelijke boodschap zien: de strijd duurt voort.

Een fototentoonstelling van producent en DoP Joshua Cogan over de Kathpuli-kolonie is te zien in EYE Amsterdam. Het Beeld voor Beeld Festival duurt nog tot en met 15 februari.