In Ways to survive, battles to win beschrijft Halleh Ghorashi de ervaringen van Iraanse vluchtelingenvrouwen, die door hun politieke activiteiten het thuisland hebben verlaten en een bestaan opbouwen in Nederland en Amerika. Deze Iraanse vluchtelingenvrouwen werden door Ghorashi geïnterviewd, om zo een vergelijking te kunnen maken tussen processen van integratie en ‘homemaking’ van Iraanse vluchtelingenvrouwen in Amerika en Nederland. Concepten als ‘home’, ‘belonging’ en ‘identiteit’ spelen in haar boek een belangrijke rol en worden in de review besproken.

Ghorashi begint in haar boek met haar persoonlijk leven in Iran en Nederland. Zij concentreert zich voornamelijk op de betekenis van identiteit en maakt een vertaalslag naar haar eigen gevoelens, voortkomend uit haar positie als vluchteling. Zij beschrijft hoe zij ‘home’ in eerste instantie ervaar vanuit een marxistische ideologie, waarbij de ‘wereld als een thuisland’ wordt gezien. Later verloor zij de illusie van haar ‘zalig thuisland’, toen het politieke geweld haar tot een vluchteling had gemaakt in haar eigen land. Toen zij eenmaal in Nederland aankwam realiseerde zij zich het omgekeerde van dit proces. Zij begon een sterk gevoel voor nostalgie te ontwikkelen voor Iran en idealiseerde Iran als haar thuisland. Nadat de jaren voorbij gingen werd deze verbeelding steeds sterker in haar gedachten, ook al was zij verbannen uit Iran. Haar persoonlijke bespiegelingen geven mij als lezer een beeld hoe Iraanse vluchtelingenvrouwen in Nederland een ’thuisgevoel’ creëren.

Identiteiten

Tijdens haar reizen naar verschillende landen en deelname aan verschillende conferenties merkte Ghorashi een overeenkomst tussen de Iraanse vrouwen die ze had ontmoet gedurende haar onderzoek. Deze vrouwen waren tijdens de Iraanse revolutie politiek actief geweest. Het politieke verleden van deze vrouwen is belangrijk geweest voor de manier waarop ze in de nieuwe landen vorm geven aan hun leven. Maar nog belangrijker bleek de manier waarop de verschillen tussen Nederland en Amerika het proces van identiteitsvorming van deze vrouwen heeft beïnvloedt. In welk land de vrouwen terecht waren gekomen was van groot belang voor de manier waarop de verhalen uit het verleden en het heden worden geconstrueerd.

Ghorashi (2003) ziet identiteit niet als gefixeerd en niet als een gegeven. Identiteit is een veranderende kijk op jezelf en de ander, een visie die steeds opnieuw betekenis en vorm krijgt (Ghorashi 2003: 31). Het is dynamisch ofwel een gesitueerde verandering dat ook een zeker element van continuïteit in zich heeft. Identiteit is te zien als een proces dat op het kruispunt van ervaringen van het verleden en het heden steeds nieuwe vormen krijgt. Het begrip identiteit krijgt hierdoor een narratief karakter volgens Ghorashi. Het is een identiteit die zich ontwikkelt in het verhaal over de levens van de Iraanse vluchtelingenvrouwen. Op deze manier positioneren deze vrouwen zich zelf verschillend binnen een historische context waarin ervaringen uit het verleden in Iran in wisselwerking treden met de huidige ervaringen van het nieuwe land. Ghorashi ziet identiteit en cultuur als ‘netten’ van verschillende narratieven waarbinnen mensen worden geboren. Zij komen in contact met anderen en via dialoog delen zij met elkaar hun verhalen en verbinden daar bepaalde normen aan.

Volgens Ghorashi (2003) vormen diverse culturen en tradities de keuzes van individuen, wiens identiteiten worden gemarkeerd door een zekere mate van continuïteit. Deze continuïteit ligt volgens Ghorashi besloten in de begrip ‘habitus’, waarbij identiteiten worden geconstrueerd binnen een sociaal kader. Dit sociaal kader houdt ook het kader van het heden en verleden in. Ghorashi ziet daardoor culturen en tradities niet als iets statisch omdat deze constant veranderen. Simpelweg omdat zij zelf menselijke producten zijn.

Een ander belangrijke dimensie gerelateerd aan het proces van identiteitsvorming is de veelheid (multiple identities) en verandering die wordt benadrukt in het concept van identiteit. Ghorashi belicht de context van verschillende identiteiten; politieke, gendergebaseerde, identiteit als vluchteling en als lid van een diaspora. Zij veronderstelt dat mensen deze verschillende identiteiten articuleren. In verschillende hoofdstukken van het boek laat Ghorashi zien hoe de context van identiteiten veranderingen ondergaan die gerelateerd zijn aan tijd, ruimte, verleden en huidige ervaringen in Iran en het nieuwe land.

Ghorashi ziet in dit postmoderne tijdperk geen plaats voor een onderzoeker of voor de mens met één enkele identiteit (single affiliation). Elk persoon bezit een aantal verschillende identiteiten en achtergronden ofwel narratieven. Ghorahi positioneert zichzelf als een onderzoeker met verschillende identiteiten en achtergronden. In hoofdstuk drie, ‘Souls and Mirrors’, geeft Ghorashi een duidelijke beschrijving hiervan. Als lezer kan je duidelijk haar motieven er uithalen. Door middel van de ‘experimentele antropologie’ was het mogelijk voor Ghorashi om de ’tussen-in’ positie te kunnen verkennen. Ghorashi heeft een gedeelde achtergrond met de vrouwen die zij interviewde, de verhalen waren als het ware een spiegel om haar verleden opnieuw te herleven en om haar hedendaagse leven opnieuw te evalueren.

Home and belonging

Volgens Ghorashi wordt het begrip belonging tegenwoordig steeds vaker aangeduid als longing-to-be, omdat de plek waar men is (to be) en de plek waar men naar verlangt (longing) niet altijd meer dezelfde zijn. In gevallen van gedwongen migratie of ballingschap verandert het gevoel van belonging in een gevoel van longing to be..at home. Hierbij kunnen individuen meerdere ‘homes’ hebben, maar hebben het gevoel bij maar één thuis te zijn en dat is daar waar ze niet zijn. Ghorashi legt dit ook in hoofdstuk tien,’The Home and the Future’, uit. Zij gaat in op de verschillende manieren waarop de Iraanse vluchtelingenvrouwen, in Nederland en in de Verenigde Staten, invulling geven aan het concept ’thuis’ (home). Door de twee situaties te vergelijken laat Ghorashi de invloed van de nieuwe omgeving op de beleving van thuisland en terugkeer zien. Volgens Ghorashi is het concept ’thuis’ gerelateerd aan migratie. Vaak wordt ’thuis’ gelijkgesteld aan ‘het verleden’. Op die manier wordt ’thuis’ iets statisch en vaststaands. In het verlangde hiervan ligt het idee dat ’thuis’ gekoppeld is aan nationale grenzen.

Ghorashi onderscheidt verschillende benaderingen van thuis en thuisgevoel aan de hand van twee verschillende identiteiten: de exilic en diasporic identiteit (2003: 21). Hiermee wil Ghorashi aanduiden dat er een verschil is in de manier waarop ‘exiles’ (bannelingen) en de ‘diaspora’ tegen het concept ’thuis’ aankijken. Exiles zien thuis in relatie tot wortels (roots), thuis is een fysieke plek, die geclaimd kan worden. Thuis is een plek in het verleden en aan nationale grenzen gebonden. Voor diaspora is thuis een positie in het leven. Het is geen fysieke plek, maar het gaat om ‘je thuis voelen’. Thuis is hierdoor is een transnationaal begrip. We kunnen ons ook thuis voelen op verschillende plekken en door uiteenlopende ervaringen. Volgens Ghorashi hebben de ervaringen in het verleden ertoe geleid dat de Iraanse vrouwen een diasporisch concept van thuis hebben. Dit komt door de ervaring van thuisloosheid (homelessness) in Iran zelf en het feit dat deze vrouwen sociale activisten waren. Zowel door hun politieke achtergrond als door hun vrouw-zijn waren deze vrouwen in Iran al een gemarginaliseerde groep. Door hun socialistische achtergrond verzetten zij zich tegen nationalistische ideeën en ontwikkelden het idee van ’the world as the homeland’. Ghorashi geeft in haar boek aan dat mensen meerder ‘homes’ kunnen hebben en kunnen op meerdere plekken thuisvoelen. Echter, Ghorashi vindt dat het thuisgevoel afhankelijk is van het nieuwe land waar je ontvangen wordt. Zij verwijst hierbij naar de geïnterviewde Iraanse vluchtelingenvrouwen in Nederland en Amerika.

Wij-zij

Ghorashi geeft in haar boek aan dat de Iraanse vluchtelingenvrouwen in Nederland als de ‘Ander’ worden gezien en op een andere manier behandeld wordt door overheidsinstanties. Zij worden sociaal uitgesloten in de Nederlandse maatschappij, ondanks dat ze zo hun best doen deel te zijn van deze samenleving. Hierdoor wordt het verleden het heden en blijft het verleden belangrijk. Het verleden wordt heden, omdat de vrouwen de nare ervaringen (gevoel van anders behandeld te worden) en herinneringen van het verleden weer ophalen in het heden, door de manier hoe ze behandeld worden in Nederland en de stereotypen die er heerst over de Midden-Oosten vrouwen. Omdat de vrouwen zich niet thuis voelen in Nederland, zoeken zij hun wortels in het Iran dat zij kennen uit het verleden. Hierdoor verandert hun diasporische benadering van ’thuis’ in een nationalistische (exilic) benadering. Volgens Ghorashi word ’thuis’ dan gezien als een fysieke omstandigheid op een plek waar de vrouwen momenteel niet wonen. Zij creëren nostalgische gevoelens met betrekking tot het verleden. Er is een wens om terug te keren, maar tegelijkertijd is er een bewustzijn dat terugkeer geen optie is. Iran wordt het land waar zij thuishoren, maar dit Iran is een Iran dat alleen bestaat in hun verbeelding, een imaginair Iran. Want in het werkelijke Iran waren ze thuisloos geworden en daarom zijn ze nu in Nederland. De vrouwen zeggen het gevoel te hebben thuis te horen in Iran, omdat wat ze ook doen, ze in Nederland nog steeds als buitenstaander gezien worden. Hier wordt dus duidelijk dat ervaringen uit het verleden niet de belangrijkste factor zijn in het invullen van het concept ’thuis’. De context van het nieuwe land lijkt belangrijker. Iraanse vrouwen in Nederland zien ’thuis’ op een essentialistische manier.

De Iraanse vluchtelingenvrouwen in de VS geven nog wel een transnationale invulling aan het concept ’thuis’. Zij zijn zich thuis gaan voelen in hun nieuwe land. Zij baseren hun thuisgevoel op dat wat zij bereikt hebben in de VS. Interessant is dat deze vrouwen kritiek hebben op Iraniërs die wel op een nationalistische manier naar Iran kijken. Deze groep is groot in LA. Juist door deze verschillen binnen de Iraanse gemeenschap kunnen de vrouwen zich thuis voelen. De diversiteit binnen de groep zorgt er voor dat de vrouwen kunnen kiezen met wie ze omgaan en met wie niet.

Ghorashi zegt dat deze diversiteit cruciaal is voor het gevoel van thuishoren. Er wordt op verschillende manieren omgegaan met diversiteit binnen de Iraanse gemeenschap. Vanuit een essentialistische benadering houden sommige Iraniërs zich vast aan de eigen cultuur, markeren de grenzen extra en zetten zich af tegen diversiteit. Zij gaan alleen relaties aan met mensen van dezelfde afkomst en dezelfde graad van vertrouwen, waardoor er een omgeving ontstaat waar ze zich thuisvoelen. Deze keuze wordt bepaald door iemands ervaringen uit het verleden en door de situatie in het nieuwe land.

De vrouwen in de VS missen Iran wel, maar zij hebben een realistisch beeld van het land, waardoor zij inzien dat zij in LA meer mogelijkheden hebben. Hierdoor voelen zij zich zeker en is het niet nodig een nostalgisch beeld van het verleden te vormen. Zij zien zowel de positieve als de negatieve kanten van Iran.

Met Ways to survive, battles to win is Ghorashi erin geslaagd inzicht te creëren in het thuisgevoel van de Iraanse vluchtelingenvrouwen, dat contextgebonden en gedifferentieerd is. Als antropoloog in opleiding en als lezer kom je er achter, wanneer vluchtelingen zelf voor een territoriale benadering van thuis kiezen, dat thuisgevoel situatiegebonden is en afhankelijk van de context waarin ze zich bevinden. Het is zeker niet vanzelfsprekend dat vluchtelingen zich overal thuisvoelen. Ik ben erg onder de indruk van gekozen methode; de combinatie van de methode van de narratieven (levensverhalen) en de vergelijkende aard van het onderzoek hebben mij kennis laten maken met de verschillende manieren waarin het verleden binnen de huidige verhalen van de Iraanse vluchtelingenvrouwen wordt geplaatst.

Voor mensen die geïnteresseerd zijn in integratieprocessen en ervaringen van Iraanse vluchtelingenvrouwen in Nederland en Amerika, is Ways to survive, battles to win een zeer goede aanbeveling. Maar het zijn niet zozeer de integratieprocessen rond Iraanse vluchtelingenvrouwen, die interessant zijn, als wel de processen rond allochtonen, migranten, minderheden, nieuwkomers en vluchtelingen. Met Ways to survive, battles to win heeft Ghorashi een politiek statement neergezet waarin zij de spanningen tussen migranten en de Nederlandse overheid in de multiculturele samenleving