Vincent den Hengst is een antropologische duizendpoot. Van onderzoek naar hiphop in Rotterdam Delfshaven naar onderzoek in Ethiopië. Zijn nieuwsgierigheid trekt hem vandaag de dag steeds meer richting zaken van ‘inheemse volken’. In dit artikel gaat Vincent in op de zaken van Ethiopische ‘inheemse volken’, maar dan in relatie tot de penibele politieke situatie in Ethiopië.

Politiek, nationalisme en religie: de spanningsvelden in Ethiopië

Inleiding

In februari 2018 nam de Ethiopische minister president Haile Maryam Desalegn ontslag. Daarna kondigde de TPLF, de leidende fractie in de regeringscoalitie, de noodtoestand uit voor een duur van zes maanden. Aanleiding was het ogenschijnlijke politieke vacuüm dat ontstond in de top van de regeringscoalitie. Na wat vertraging is begin april 2018 Dr. Abiy Ahmed gekozen tot nieuwe ‘prime minister’.

De Qeeroo (term voor jongemannen die zich tegen onderdrukking willen keren) voeren al maanden geweldloos actie door onder meer op foto’s met gekruiste armen boven het hoofd te staan. Als blijk van solidariteit en nationale eenheid onder de bevolking doen mensen uit alle gelederen van het ongeveer 100 miljoen tellende volk dit na. Er worden vooral in de regio’s van de twee grootste bevolkingsgroepen Amhara en Oromo, gelegen in midden en Noord Ethiopië, acties gevoerd tegen de noodtoestand. Voorbeelden van acties zijn het blokkeren van olievoorraden gedurende een week en het drie dagen lang sluiten van winkels.

In dit artikel tracht ik het journalistieke karakter van enkele verschillende bronnen met elkaar te vergelijken. Ik wil de relatie duiden tussen politiek, nationalisme en religie in de huidige onrust in Ethiopië. Omdat vrije journalistiek niet is toegestaan in het land, heb ik waar nodig bronnen aangevuld met informatie uit interviews met Ethiopiërs uit verschillende (Europese) landen en artikelen van non-gouvernementele organisaties.

De positie van TPLF binnen en buiten Ethiopië

Het machtsmisbruik door de Ethiopische TPLF heeft een dictatoriaal en fascistisch karakter en zorgt al 27 jaar voor onvrede onder de Ethiopische bevolking. De internationale gemeenschap reageert verdeeld. Enerzijds is het land een stabiele factor in politiek fragiele regio; anderzijds is men erg verontrust over de situatie. Het Ethiopisch grondgebied is een belangrijke geopolitieke factor in de wijdere regio. China, het Westen en de Arabische landen spelen al jaren hun belangen uit tegen elkaar, om regionale strategische hegemonie te verkrijgen. Vaak gebeurt dit door de TPLF te steunen. Dat is een belangrijke reden waardoor een kleine elite van Tigre (Tigre zijn de bewoners van de meest noordelijke provincie in Ethiopië en vormen 6% van de bevolking) binnen de TPLF de macht houdt over het leger en de geheime politie. Eind april is er weinig veranderd. Ondanks de vredesinitiatieven van de nieuwe minister-president Abiy Ahmed blijft de noodtoestand ongewijzigd. Na april zijn op hoog tempo veranderingen doorgevoerd en zijn onderwerp van mijn volgende artikelen.

In oktober 2017 interviewde ik een professor antropologie aan de Addis Abeba universiteit over zijn werk als antropoloog en het onderwijs. Hij moest zijn onderzoek in 2016 staken vanwege politieke onrust in zuidelijk Ogaden, waar Oromo en Somali met elkaar in conflict zijn geraakt over voornamelijk  veestapels. Ten tijde van zijn onderzoek viel hem op dat de etnische identiteit van Somali en Oromo zich op positieve wijze ontwikkelden en elkaar versterkten. Zo ontstond er meer wederzijds begrip over de noodzaak van strategische handelswaar, elkaars cultuur en het nut van reciprociteit in de handel.

De overheid heeft zich gemengd in de situatie en dat heeft onrust veroorzaakt tussen beide etnische groepen, volgens Ethiopiërs die ik regelmatig spreek in Zwitserland. De officiële cijfers zijn niet bekend, maar volgens schattingen heeft dit regionale conflict  bijna een miljoen ontheemden veroorzaakt.

De relatie tussen landonteigening en politieke onrust anno 2018

De huidige conflictueuze situatie in Ethiopië is ontstaan uit een samenloop van politieke omstandigheden. De coalitie van partijen die de regering vormen zijn samengesteld uit afvaardigingen van de grootste etnische regio’s. In elke etnische regio zijn verschillende politieke partijen en de leidende partij van elke regio levert een delegatie aan de federale coalitie de EPRDF.

De TPLF heeft controle over de machtigste ministeries. Posities binnen andere sectoren, zoals de directeur van de Addis Abeba Universiteit en directies van banken, worden bekleed door TPLF-stromannen. De secretaris-generaal van de World Health Organisation (WHO) en een belangrijke adviseur van hem zijn gezanten van de TPLF. De benoeming van voorzitter van de WHO, Dr. Tedros, is zeer discutabel volgens activisten die buiten Ethiopië wonen. Hij zou als minister van gezondheidszorg medeplichtig zijn aan de verdwijning van vele honderdduizenden Ethiopiërs en het opzetten en uitvoeren van sterilisatiecampagnes onder de Amhara-bevolking volgens mijn Ethiopische kennissen in Zwitserland.

Een belangrijk instrument van de TPLF om economische en politieke macht te verkrijgen, is het stelselmatig onteigenen van grond. In totaal zijn landelijk honderdduizenden mensen onteigend. Voorbeelden zijn te vinden in Gambela (waarbij duizenden etnische Anuak zijn onteigend), Alem Genna (naam voor een Oromo-regio grensgebied van de hoofdstad) en stukken land aan de grens met Amhara-regio. Deze programma’s heten ‘villigization programmes’ en leiden niet tot win-win situaties, zoals voorstanders deze trachten te duiden.

Het grote probleem bij het beschrijven van deze situaties is dat bij alle incidenten alleen de overheid officiële informatie levert en buitenlandse journalisten weigeren. Er is dus vaak geen wederhoor mogelijk door journalisten en daarom moet overheidsinformatie geduld worden. Kritische leden uit de Ethiopische diaspora worden gevolgd door TPLF-agenten – in de volksmond ‘woyane’ genoemd.  Al ruim voor mijn afstudeerproject in 2006 in Ethiopië was vrije pers verboden en zijn duizenden journalisten gevangen gezet en gemarteld. Ook bloggers zijn doelwit van acties van de TPLF, zoals de bekende activist Ethiopisch-Britse  Tolossa Ibsa. Zijn Facebook-kanaal is op 16 april 2018 gedurende 72 uur stilgelegd door Facebook, waarschijnlijk door druk vanuit de TPLF.

Ook ik heb in 2006 een geheim agent aan mijn broek gehad: waarom ik toch in godsnaam onderzoek deed naar religie? Het was in de avond en ik bevond mij in de Noordelijke stad Gondar. Ik was klaar met veldwerk in Debark voor mijn afstudeeronderzoek. Het was al donker, maar de agent droeg een zonnebril. Zijn manier van ondervragen was erg intimiderend. Hij belemmerde me het vrij bewegen door pal voor me te gaan staan midden op een weg die ik wilde oversteken. Ik gaf hem de mogelijkheid al mijn gegevens in te zien in mijn hotelkamer en mijn interviews te beluisteren die ik had opgenomen. Daarna leek hij overtuigd dat ik niets te verbergen had en liet weten mij in de gaten te houden.

Herhaling van zetten en nieuwe ontwikkelingen

Het is nu de tweede maal sinds oktober 2016 dat de Ethiopische regeringspartij TPLF de noodtoestand heeft uitgevaardigd. De aanleiding is de democratische bewegingen van het volk en om de staatsterreur hiertegen te kunnen handhaven.

Onder het mom van ‘etnisch federalisme’, gaf de overheid de ruim 75 bevolkingsgroepen in 1995 het recht op eigen bestuur, taal en afvaardiging in de landelijke politiek. De TPLF heeft via dit etnisch federalisme bevolkingsgroepen tegen elkaar uitgespeeld, bijvoorbeeld door Oromo- en Amhara-burgers te vermoorden en via overheidsinformatie deze bevolkingsgroepen als daders aan te wijzen. Andere voorbeelden zijn het plegen van aanslagen op een etnische groep en dan een militante factie van een andere etnische groep de schuld te geven.

Er zijn vele bewezen meldingen van grove mensenrechtenschendingen. Een methode van het schrik aanjagen is het sturen van speciale troepen die ‘hit and run’-acties uitvoeren. Deze troepen en hun methode worden in de volksmond agazi genoemd. De agazi komen uit het niets, schieten mensen in het hoofd en gaan weer. Zij praten niet met de bevolking. Niemand weet waar ze vandaan komen. Men hoort alleen aan hun kreten dat ze Tigre spreken.

Antropologische visie op de politieke situatie: haat of verzoening?

Interessant is de vraag van Paul Stoller in Huffington Post over de huidige antropologie, als je het in relatie brengt met de situatie van de TPLF in de coalitie. Wat heeft de politiek van haat gedaan met de sociaal-etnische relaties in Ethiopië? Zijn deze sterker geworden, nadat de Amhara en Oromo hebben ontdekt dat de TPLF achter het opruien en haatzaaien zit? Het lijkt er op dit moment wel op.

De overheid lijkt geen antwoord te hebben op het geweldloze verzet en samensmelten van de etnische belangen in een nationalistisch antwoord op de verdeel- en heerspolitiek van de TPLF. Maar het volk roert zich en de rek lijkt eruit te zijn na de lange periode van geweldloos verzet. Er lijkt geen weg terug voor de TPLF, mijns inziens is verzoening met de rest van het Ethiopische volk de enige oplossing.

In de regio’s waar het verzet sterk is kan de geheime politie van de TPLF niet zomaar de macht behouden. Er zijn in Ethiopië zo’n 400.000 paramilitairen die niet onder federaal gezag staan, maar er wel verantwoording aan moeten afleggen. Dit potentieel aan gewapende mankrachten durft de regering niet tegen zich in het harnas te jagen. Vanwege openlijk verzet en de dreiging van een enorme mobilisatie, vertoont de federale overheid zich niet meer in de Oromo-regio Ginche. Via sociale media en mainstream media in de diaspora en onderlinge contacten tussen de bevolkingsgroepen, lijken alle groepen eensgezind om zich niet tegen elkaar te laten opzetten door de overheid.

Kort na het aantreden van de Trump-administratie heeft de VS de financiële hulp aan de TPLF stopgezet, tot vreugde van de Ethiopische diaspora en oppositie. Vanaf dat moment is de TPLF met regeringen van China en Rusland in zee gegaan. Recentelijk heeft de Amerikaanse senaat de stem van de Ethiopische oppositie in de VS gehoord en zich achter de bevolking geschaard, onder andere door het aannemen van artikel 128 in het Amerikaanse congres. Zij verklaarden in een persbijeenkomst dat het niet in het belang is van het Ethiopische volk noch de Verenigde Staten, als de Ethiopische regering zich laat sturen door de TPLF.

Relatie tussen religie en politiek in de huidige crisis

Een belangrijke reden voor de samensmelting van de etnische belangen in het huidige politieke conflict is de betekenis van religie in de samenleving. Het maakt voor de meeste Ethiopiërs niet uit tot welke bevolkingsgroep je behoort. Wat de overheid heeft geprobeerd in de afgelopen decennia is de politieke problemen ook naar het domein van religie te brengen. In het verleden had de Ethiopische kerk veel gezag bij het volk en haar bestuurders. Religie zorgde voor morele legitimiteit van de politiek, zolang haar belangen niet werden geschaad.

Honderden jaren hebben christenen zonder noemenswaardige conflicten kunnen samenleven met moslims. Er zijn pelgrimsoorden voor christenen door het hele land, maar voornamelijk in de regio’s Amhara en Tigray. Traditioneel reizen Ethiopiërs als pelgrims naar het achtste wereldwonder Lalibela, kloosters en kerken op het Tana-meer en de stad Axum.

Volgens mij is de religieuze affiliatie ondergeschikt aan het gevoel van Ethiopisch nationalisme onder de Ethiopiërs. Historisch gezien bekleedde de Ethiopische kerk een verbindende factor in tijden van crisis. Het waren de kerk en de keizer Menelik II die het volk verenigden en gezamenlijk ten strijde trokken tegen de Italianen en de collaborerende banda (groepen bestaande uit hoofdzakelijk Tigre-strijders) en hen vervolgens versloegen.

De afgelopen tijd zet de overheid moslims en christenen tegen elkaar op door aanslagen te plegen en te claimen dat het moslims zijn, door het binnenhalen van salafistische imams en geldstromen uit golfstaten en ook door alle belangrijke religieuze posities door Tigre-klerken te laten bezetten in binnen- en buitenland.

Daarnaast heeft de TPLF in 2017 en ook recentelijk in februari 2018 monniken van Wal Dibba gevangen gezet, onder het mom dat de monniken werden verdacht van lidmaatschap van Al Shabaab, ISIS en Al Qaida. In de laatste week van april 2018 zijn twee monniken vrijgelaten, die later vertelden dat zij dagelijks werden geslagen door een groep van 37 agazi, die elkaar afwisselden als zij moe werden.

In 2014 is de eerste TPLF-minister president Meles Zenawi gestorven. Volgens Ethiopische bronnen, waaronder Meles zelf, heeft hij een droom gehad dat hij in zijn hoofd werd geschoten en zou sterven. Enkele dagen nadat hij de grond van Wal Dibba had laten confisqueren en laten verkopen voor een suikerondernemer, stierf hij aan een kankergezwel in zijn hoofd. Alsof hij een vloek over zich af had geroepen waar volgens lokale overleveringen Jezus met Maria gerust zou hebben.

Conclusie

Er moet snel een oplossing komen voor de politieke crisis, anders is de kans groot dat het gewapend verzet gaat ontwikkelen. De huidige minister-president lijkt in zijn eerste weken goed op weg om heikele kwesties oplossingsgericht te benaderen, maar de eerste kritiek op zijn acties neemt toe. Aangezien de Tigre een klein deel van de bevolking uitmaken en het leger volgens schattingen al voor 50% achter het volk staat, zal de federale overheid moeten kiezen: of zij zetten intern hun autocratische elite af en voorkomen retaliatie van het volk en vermijden een burgeroorlog, of zij blijven het volk onderdrukken door steeds grovere mensenrechtenschendingen. Dat laatste zal desastreuze effecten hebben op Ethiopië en de stabiliteit in de regio. En daar spinnen sommige geopolitieke haviken uit Europa, China, Verenigde Staten, Rusland en de Arabisch wereld garen bij.