Door: Jaap Megens
Op donderdag 23 februari promoveert antropoloog Fuusje de Graaff aan de universiteit van Amsterdam op een onderzoek naar palliatieve zorg bij patiënten met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Ze voerde het onderzoek uit aan het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en haar proefschrift draagt de titel Partners in palliative care? Perspectives of Turkish and Moroccan immigrants and Dutch professionals.
De Graaff keek vooral naar de communicatie en de besluitvorming in de contacten van artsen en verpleegkundigen met de ongeneeslijk zieke patiënten en hun familie. De antropoloog constateert een discrepantie tussen de Nederlandse opvattingen over palliatieve zorg en die van veel Turkse en Marokkaanse families. Open en directe informatie zoals in Nederland gebruikelijk is kan alle hoop wegslaan en nogal cru overkomen bij die families. Zij verwachten dat een arts tot het laatst toe probeert een patiënt te genezen en hoop blijft geven, ook wanneer de patiënt ongeneeslijk ziek is. Voor zorgverleners die open met patiënten willen spreken over de diagnose ‘ongeneeslijk’, weegt het principe van rechtstreekse informatie echter zwaarder dan het recht van patiënten om niet over alles geïnformeerd te hoeven worden. In gezamenlijke besluitvorming ligt de sleutel tot de best mogelijke zorg, zo stelt De Graaff. Zorgverleners moeten een weg vinden in de driehoeksverhouding zorgverlener, patiënt, familie.